Het succes zit ‘m in de mix
Onze directeur Participaties Karel Asselbergs schreef onlangs voor de website van onze fondsbeheerder StartGreen Capital dit blog over impact maken, de bijdrage van het fonds aan de energietransitie in Overijssel en het ‘en…en-denken’ in plaats van het ‘of…of’. Interessant leesvoer voor iedereen die zich met nieuwe energie bezig houdt.
Ruim denken
Weinig mensen weten dat StartGreen Capital de partij is achter zes grote, succesvolle fondsen, zoals Energiefonds Overijssel, PDENH (Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland) en Borski Fund. We bedienen twee soorten klanten: duurzame ondernemers die geld zoeken en geldgevers (investeerders). StartGreen vormt de tussenlaag: we richten een fonds op, trekken funding aan van geldgevers en financieren daarmee de impact-ondernemingen van de geldzoekers. Met de investeringen vanuit onze fondsen willen we impact maken op gebied van ten minste één SDG (Sustainable Development Goals) van de UN. Ik ben ervan overtuigd dat dat alleen lukt als we ons niet beperken in de mogelijkheden, maar zo ruim en inclusief mogelijk denken.
Een tandje erbij
Neem nu ons Energiefonds. De provincie Overijssel heeft haar energietransitiedoelen beschreven in het programma NEO: Nieuwe Energie Overijssel. Energiefonds Overijssel is een belangrijk uitvoeringsinstrument om die doelen te halen. StartGreen, als beheerder van het fonds, levert zo’n 25 procent van de invulling van die NEO-doelen. We zijn goed op weg om die doelen te halen, maar wat mij betreft mag er een tandje bij. Er wordt veel gediscussieerd over welke energiebronnen en -dragers we moeten inzetten voor de energietransitie. “Zijn houtige biomassa en windparken op zee echt nodig?” Ik zeg: als we de klimaatdoelen willen halen, moeten we op alles inzetten.
Alles in de mix
Er is geen tijd om jarenlang te discussiëren over voor- en nadelen. We moeten zo snel mogelijk energie gaan winnen met zon én geothermie én wind; ‘en…en’ dus, in plaats van ‘of…of’. Zelfs houtige biomassa verdient volgens mij een plaats in de energiemix. Ik besef dat ik daarmee een controversiële uitspraak doe, maar zónder redden we het niet. Met als belangrijke kanttekening dat elke energiebron verantwoord ingezet moet worden. Bijvoorbeeld door alleen lokaal snoei-afval en ander resthout verwerken in professionele biomassacentrales. Bovendien moet je de toepassing van biomassa zien als een tijdelijke stap in de transitie, zoals mijn collega Anouk beschrijft in haar blog over biomassa.
Combinatie van investeringen
Ons Energiefonds is ook op ander gebied een goed voorbeeld van ‘en…en’. Vanuit hier financieren we zowel duurzame energieprojecten als innovatieve ondernemingen. Een zonnepark bijvoorbeeld, heeft financiering nodig om gebouwd te worden. Als het eenmaal staat, schijnt de zon gestaag door en levert het project doorgaans stabiele kasstromen en een vrij zeker rendement op. Innovatieve ondernemingen kennen een heel andere dynamiek: daarbij gaat het vaak om slimme uitvindingen, die in potentie de wereld kunnen veranderen. Als de technologie zich ook in de praktijk bewijst, kan zo’n investering wel 3 of 4 keer de inleg opleveren, maar het kan ook mislukken en dat gebeurt ook. Een aanzienlijk hoger risico dus, maar met de kans op een hoger rendement.
Meters maken en versnellen
Omdat we nooit de garantie hebben dat een innovatie succesvol wordt, is het prettig dat we vanuit het fonds daarnaast in stabiele energieprojecten investeren. Die vormen zo als het ware de kurk waar het fonds op drijft en die het mogelijk maken ook in innovaties te investeren, die vaak wél de versnellers zijn van de transitie. We kunnen dus enerzijds meters maken met energieprojecten en anderzijds met innovaties de versnelling bewerkstelligen. Dat dit een mooie combinatie is, bleek wel tijdens de coronacrisis: sommige innovatieve ondernemingen hadden het moeilijk, maar het Energiefonds kon dankzij het stabiele rendement van de energieprojecten haar veerkracht behouden.
Iedereen draagt steentje bij
‘En…en’ is ook van toepassing op de stakeholders van de projecten die wij financieren. Wil een project kans van slagen hebben, dan moet iedereen een steentje bijdragen: overheden, bedrijven én particulieren. Burgerparticipatie is niet voor niets een belangrijk thema in het klimaatakkoord. Een mooi voorbeeld is het zonnepark op de Bomhofsplas bij Zwolle: met 18 hectare en 72.000 panelen de grootste drijvende zonne-energie-installatie in Europa en de grootste buiten Azië. Het voorziet 7.200 Zwolse huishoudens van groene stroom. Voor dat project hebben we samenwerking gezocht met de lokale energiecoöperatie: Blauwvinger Energie. Dat zorgde voor draagvlak onder de omwonenden, die ook nog eens mee kunnen profiteren van de opbrengst.
Dubbel rendement
Tot slot geldt het ‘en…en’-principe voor alle projecten waar StartGreen in investeert. Want natuurlijk willen we financieel rendement maken, maar we doen dat alleen via bedrijven die de wereld een beetje beter maken. Dat gaat bij ons hand in hand. We willen dus én financiële doelen halen én maatschappelijke impact maken; bij voorkeur met financieel goed presterende bedrijven, want die hebben een beter toekomstperspectief en zijn daardoor ook in die zin daadwerkelijk duurzamer. Deze intrinsieke motivatie geldt niet alleen voor mij, maar zit in het DNA van alle medewerkers van StartGreen. Dat maakt het zo’n mooi bedrijf om voor te werken en geeft mij letterlijk en figuurlijk energie!